La Strada Documentation Center

Mensenhandel. Aanvullende kwantitatieve gegevens. Vierde rapportage van de Nationaal Rapporteur

Document number
1158
Date
2005
Title
Mensenhandel. Aanvullende kwantitatieve gegevens. Vierde rapportage van de Nationaal Rapporteur
Author/publisher
Anna Korvinus (Nationaal Rapporteur), Essy van Dijk, Heleen de Jonge van Ellemeet, Dagmar Koster, Monika Smit, Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel
Availability
View/save PDF version of this document
Document type(s)
Research/Study/Analysis,
Keywords
The Netherlands, Human trafficking,
Summary
Medio 2004 verscheen de derde rapportage van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel (NRM). Die bevatte, naast kwantitatieve gegevens tot en met het jaar 2002, achtergrondinformatie en ruim 60 aanbevelingen ter verbetering van de aanpak van mensenhandel. Eén van de aanbevelingen was een Nationaal Actieplan Mensenhandel (NAM) op te stellen. Zo’n plan is er inderdaad gekomen. In december 2004 werd het NAM aangeboden aan de Tweede Kamer. Het NAM vormt tevens de reactie van het kabinet op de aanbevelingen in de derde rapportage. Op het moment van afronding van deze vierde rapportage (mei 2005), moet parlementair debat over de derde rapportage en het NAM nog plaatsvinden en is een consultatieronde gaande. Zoals in eerdere rapportages reeds menigmaal benadrukt, is het bestuurlijk toezicht een cruciaal handhavingsinstrument. Cruciaal omdat de ratio van het van overheidswege onderscheid maken tussen een gelegaliseerde sector, zónder mensenhandel, en een zich daartegen scherper aftekenende verboden sector, mét een verhoogd mensenhandelrisico, anders ondergraven wordt. Indien de voorgestane transparantie in dit onderscheidmaken niet gerealiseerd wordt, kan de overheid niet waar maken wat met de opheffing van het algemeen bordeelverbod mede beoogd werd, te weten: een aanscherping van de strijd tegen mensenhandel. Handhaving - bestuurlijk en strafrechtelijk - blijft een belangrijk punt, ook in het licht van de bovengenoemde uitbreiding van de mensenhandeldefinitie, die immers noopt tot alert zijn op mogelijke uitbuiting binnen een veel breder scala aan arbeidssituaties. In de voorliggende vierde rapportage wordt op bovengenoemde ontwikkelingen, activiteiten en punten van zorg niet (opnieuw) nader ingegaan; zij is toegespitst op aanvullende kwantitatieve informatie betreffende het jaar 2003. Daarbij gaat het om een drietal gebieden, te weten bij de Stichting Tegen Vrouwenhandel (STV) gemelde slachtoffers van mensenhandel, door de politie verrichte opsporingsonderzoeken mensenhandel en vervolging (afhandeling door het OM en afdoening door de rechter). De cijfers worden gepresenteerd samen met (al in eerdere rapporten gepubliceerd) cijfermateriaal over de jaren 2000 tot en met 2002, om eventuele trends zichtbaar te kunnen maken. In Hoofdstuk 2 worden gegevens gepresenteerd over bij de STV gemelde slachtoffers van mensenhandel. In Hoofdstuk 3 staat opsporingsonderzoek door de Nederlandse politie op het gebied van mensenhandel centraal. Hoofdstuk 4 bevat gegevens over bij het OM ingeschreven zaken mensenhandel, de afhandeling door het OM en de afdoening door de rechter. In het afrondend Hoofdstuk 5 worden de in de voorgaande hoofdstukken gepresenteerde gegevens samengevat.
Related documents